Gelukkig heb ik nu geen last meer van dergelijke sentimentaliteiten en eet ik ze met smaak. Samen met goede gebakken aardappels, gecarameliseerde meiknolletjes of wortels en vooral samen met mijn pruimensaus.
Ik gebruik vaak filets, omdat ik hier mooie kan krijgen: even aanzetten en daarna een minuut of 15 doorgaren in een oven op 160 graden. Niet te kort, want rauw zijn ze niet lekker. Maar zeker niet te lang, want droog konijn is nog minder lekker.
Dan de pruimensaus - ook lekker bij wild of varkensvlees.
Twee glazen wijn inkoken tot 1 glas, 1 glas bouillon erbij, theelepel kaneel, en een flinke hand vol half-gedroogde pruimen, zonder pit.
Ik koop hier 'Pruneaux d'Agen', mooie grote, bijna zwarte pruimen die welliswaar gedroogd, toch nog zacht en een soort sappig zijn. Moet u terugvallen op het huismerk van uw supermarkt, wel ze dan eerst even (of misschien een halve dag, als ze erg droog zijn) in lauw water.
Als de pruimen goed warm zijn, de boel pureren met de staafmixer. Als u er steranijs aan heeft toegevoegd, deze er eerst uithalen. Naar keuze: geheel glad of juist met stukjes.
Nu proeven. Peper er zout toevoegen en waarschijnlijk suiker. Of honing. Misschien nog een beetje extra kaneel. Nog een beetje peper... Het geheel moet goed op smaak.
Saus te dik? Beetje rode wijn en een beetje bouillon erbij.
Vlak voor het serveren nog een handje grofgehakte pruimen erin.