woensdag 10 maart 2010

Croutons

Niet iedereen kan het. Sterker: er zijn maar weinig mensen, ook koks, die echt goede croutons kunnen maken. Terwijl het toch zo makkelijk is.
Geduld helpt. En goede spullen. En ook al ben ik van nature ongeduldig, in de keuken, zeker als het zo'n smaakvol en handig resultaat heeft, kan ik het opbrengen.
Croutons kunnen in de soep, maar dat doe ik nooit, want dat associeer ik nog altijd met mijn vroegere buurmeisje, waar ik, op zondagmiddag midden jaren tachtig, tomatensoep met ballen uit blik en kroetons kreeg. Haar moeder maakte ook macaroni met Smak (Spam) en tomatenketchup. Op vrijdagavond. Dus u begrijpt...
Croutons kunnen vooral over een fijne knapperige salade. De Ceasar Salad kan niet zonder. Maar ook croutons in de vorm van reepjes van 1 bij 8 centimeter (ongeveer) zijn fijn in een salade van kort geblancheerde witte kool, met reepjes (iets dikker en iets kortere reepjes) gecaramelliseerde konijnfilet.

Croutons dus: stokbrood van gister of eergister in kleine (onregelmatige - dat is onvermijdelijk) dobbelsteentjes snijden. Gelijkmatig verdelen over een grote bakplaat, niet 'opstapelen'. Twee of drie of vier (welja) tenen knoflook doormidden snijden en er tussen leggen. FLINK zout erover en ook FLINK olijfolie. Het zijn de gezonde vetten, moet u maar denken. En in een oven die al 200 graden (bij stokbrood van eergisteren) of 170 graden (bij brood van gisteren) is goudbruin bakken. Voor het opdienen de knoflook eruit vissen en weggooien.